1. Waarom een gedragscode?

Eén van de methodes om ongewenst gedrag zoals, seksuele intimidatie, intimidatie, agressie, vandalisme e.d. te beperken, is het opstellen van een gedragscode. De twee belangrijkste oorzaken van ongewenst gedrag zijn anonimiteit en onverschilligheid. In een cultuur waarin anonimiteit en afzijdigheid de boventoon voeren, spreken mensen elkaar steeds minder aan op ongewenst gedrag en houden zij geen tot weinig rekening met elkaars belangen.
Door het ontbreken van duidelijke verwachtingen naar elkaar toe en het niet aanspreken op elkaars verantwoordelijkheid, kan ongewenst gedrag daarom gemakkelijker en ongestraft tot ontwikkeling komen. Dit proces gaat van kwaad tot erger. Aan de hand van een gedragscode, kunnen afspraken worden gemaakt over gewenst en ongewenst gedrag en kan worden overeen gekomen hoe om te gaan met personen die zich niet conform de regels gedragen. Een gedragscode is dus een hulpmiddel om goed gedrag te bevorderen, zoals:

  • Het bevorderen van de sportiviteit en het onderlinge respect;
  • Het aanpakken van het verbale geweld van spelers, ouders, trainers en publiek;
  • Het bevorderen van gezamenlijke verantwoordelijkeheid, onderlinge contacten en sociale controle binnen een vereniging;
  • Het voorkomen van ongewenst gedrag als agressie, geweld, pesten, schelden en vandalisme;
  • Het creëren van een klimaat waarbij er ruimte is voor deelname aan de sport van alle doelgroepen (geen discriminatie op basis van afkomst, geloof, huidskleur etc.).

Amsterdam Tigers hecht veel waarde aan respect en fair play en heeft hiervoor deze code opgesteld. Deze gedragscode is een aanvulling op de omgangsregels en gedragsregels zoals beschreven in het beleidsdocument “Veilig sportklimaat”. Iedereen die lid is van de club of als vrijwilliger deelneemt, dient kennis te nemen van de gedragscode, hiermee akkoord te gaan en hiernaar te handelen.

IJshockey Nederland, het bestuur, spelers, coaches, teambegeleiders, trainers, vrijwilligers en officials streven er naar ijshockey (actief en passief) te laten beleven als:

  • een voor iedereen geschikte en toegankelijke snelle, dynamische, flitsende sport, die ook boeiend is om naar te kijken;
  • stevig, maar fair, gedisciplineerd en goed beschermd wordt gespeeld;
  • technisch hoogstaande sport, samen (over)winnen en verliezen.

2. Algemene gedragsregels

  1. Respecteer de regels van je sport.
  2. Respecteer de mede- en tegenstander binnen je sport.
  3. Behandel alle deelnemers in je sport gelijkwaardig.
  4. Prestaties op het ijs zijn de maatstaf; ras, huidskleur, leeftijd en overige niet ter zakedoende verschillen zijn zonder betekenis.
  5. Toon voorbeeldgedrag voor anderen en spreek elkaar aan op ongewenst gedrag.
  6. Gebruik geen mentaal- en verbaal en onnodig fysiek geweld.
  7. Zorg met respect voor accommodatie en materialen.
  8. Roken is verboden in de kleedkamer en in de binnenruimten en is slechts toegestaan op dedaarvoor bestemde locaties.
  9. Gebruik van verdovende middelen is streng verboden.
  10. Trainen of wedstrijden spelen onder invloed van alcohol en drugs is niet toegestaan.
  11. Van alle vrijwilligers betrokken bij de jeugd vragen wij een recente VOG.

3. Gedragsregels voor sporters

  1. Win met eerlijk spel en met respect voor jezelf, je teamgenoten en je tegenstanders.
  2. Wees op tijd voor trainingen, wedstrijden en afspraken. Meld je af als je bent verhinderd.
  3. Aanvaard de beslissingen van scheidsrechters en ga niet in discussie. Probeer descheidsrechter niet te beïnvloeden met onbehoorlijke taal, agressieve gebaren en/ofwoorden.
  4. Wees een teamspeler en probeer goed samen te werken met de andere spelers uit je team.
  5. Wees blij met een overwinning, maar laat je niet ontmoedigen door een nederlaag.
  6. Wens de tegenstander geluk met het behaalde succes als je zelf de verliezer bent.
  7. Onsportiviteit van de tegenstander is nooit een reden om zelf onsportief te zijn.
  8. Wijs je medespelers gerust op onsportief of onplezierig gedrag.
  9. Heb de moed om je eigen fouten of tekortkomingen met anderen te bespreken, bijvoorbeeld met je trainer, je leider, je teamgenoten of je ouders.
  10. Respecteer het werk van al die mensen (coaches, teamleiders, trainers, officials, vrijwilligers) die ervoor zorgen dat in je sport mogelijkheden bestaan te trainen en wedstrijden te spelen. Dit is namelijk niet vanzelfsprekend.
  11. Pesten, schelden en gebruik van geweld zijn verboden.
  12. Pak geen dingen van een ander zonder te vragen, anders is het stelen.
  13. Laat kleedkamers netjes achter. Ruim je spullen op.
  14. Het gebruik van mobiele telefoons in de kleedkamer is niet toegestaan, tenzij de teamleiderdaarvoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.
  15. Volg de regels van de baan en accommodatie op waar je bent.

4. Gedragsregels voor ouders en verzorgers

  1. Forceer een kind dat geen interesse toont nooit om deel te nemen aan een sport.
  2. Bedenk dat kinderen sporten voor hun plezier en niet voor het uwe.
  3. Moedig uw kind altijd aan om volgens de regels te spelen.
  4. Leer uw kind dat eerlijke pogingen net zo belangrijk zijn als winnen, zodat het resultaat vanelke wedstrijd geaccepteerd wordt zonder onnodige teleurstelling.
  5. Verander een nederlaag in een overwinning door hem of haar te complimenteren als hij ofzij goed z’n best heeft gedaan en zich fair heeft gedragen.
  6. Maak het kind nooit belachelijk en geef het geen uitbrander als het een fout heeft gemaaktof een wedstrijd heeft verloren.
  7. Breng je kind niet in verlegenheid door te schreeuwen naar tegenstanders, coaches,scheidsrechters e.a.
  8. Bedenk dat kinderen het beste leren door na te doen, dus ook ongewenst gedrag gaannadoen!
  9. Spreek uw kind direct aan op ongewenst gedrag en maak hierover afspraken met uw kind.
  10. Val een beslissing van een scheidsrechter e.d. niet in het openbaar af en trek nooit deintegriteit van dergelijke personen in twijfel.
  11. Ondersteun alle pogingen om verbaal en onnodig fysiek misbruik tijdens sportactiviteitendoor de jeugd te voorkomen.
  12. Erken de waarde en het belang van de trainers, teamleiders, coaches, officials envrijwilligers. Zij geven hun tijd en kennis om het sporten van uw kind mogelijk te maken.
  13. Begrijp dat de voornaamste reden voor spelers en officials om te stoppen met hunactiviteiten is omdat ze worden beledigd, gekrenkt.
  14. Attendeer uw kind om met zorg gebruik maken van de accommodatie; spullen opruimen enkleedkamer netjes achterlaten.
  15. Geef aan dat kinderen geen dingen van een ander pakken zonder te vragen.

5. Gedragsregels voor trainers en teamleiding

  1. Wees redelijk in uw eisen t.a.v. de tijd, energie en het enthousiasme van jeugdige spelers.
  2. Bedenk dat jongeren ook andere interesses hebben.
  3. Geef iedereen een eerlijke kans.
  4. Wees consistent, eerlijk, oprecht en rechtvaardig.
  5. Vermijd vooroordelen. Oordeel op basis van eigen ervaringen.
  6. Wees een positief voorbeeld en rolmodel voor de spelers. Toon emotionele volwassenheid.
  7. Pas je aan op de persoonlijke behoeftes en problemen van elke speler. Wees een goedeluisteraar. Geef alle spelers de kans om hun technische vaardigheden, zelfvertrouwen enzelf achting te ontwikkelen.
  8. Leer de spelers dat de spelregels afspraken zijn waar niemand zich aan mag onttrekken.
  9. Bekritiseer de spelers niet in het openbaar.
  10. Bestraf ongewenst gedrag zo snel mogelijk en op passende en consequente wijze.
  11. Laat een wedstrijd niet uit de hand lopen en neem tijdig maatregelen.
  12. Behoud een open communicatie met spelers en ouders. Verklaar je doelstellingen voor hetseizoen van je team en van de club.
  13. Bedenk dat kinderen voor hun plezier spelen en iets willen leren. Winnen is slechts eenonderdeel van het spel. Verliezen trouwens ook. Winnen is een optie, maar niet de enige,en zeker niet de belangrijkste. Geef meer om het kind dan om het winnen van wedstrijden.
  14. Vermijd bij jonge jeugdteams dat getalenteerde spelers te veel op het ijs staan. De mindergoede spelers hebben zeker evenveel ijs nodig en hebben daar ook recht op.
  15. Schreeuw niet en maak de kinderen nooit belachelijk als zij fouten maken of een wedstrijdverliezen.
  16. Behandel de scheidsrechters met respect, ongeacht de uitslag van de wedstrijd.Beslissingen worden niet betwist en worden zonder verbaal en non-verbaal geweldgeaccepteerd.
  17. Zorg ervoor dat het materiaal voldoet aan de veiligheidseisen en geschikt is voor de leeftijden de vaardigheid van de jongeren.
  18. Stimuleer teamgeest en onderlinge samenwerking.
  19. Ontwikkel teamrespect voor de vaardigheid van de tegenstander en voor de beslissingenvan de scheidsrechters en voor de teamleiding van de tegenstander.
  20. Volg het advies op van een arts bij het bepalen of een geblesseerde speler wel of niet kanspelen.
  21. Kinderen hebben een trainer nodig die zij respecteren. Wees gul met lof wanneer hetverdiend is.
  22. Blijf op de hoogte van de beginselen van goede training en van groei en ontwikkeling vankinderen; Wees betrokken bij de totale ontwikkeling van de spelers.
  23. Leer sporters aan met zorg om te gaan met materiaal en accommodatie.
  24. Pesten en schelden is verboden.
  25. Geef aan dat kinderen geen dingen van een ander pakken zonder te vragen, dan is hetstelen.
  26. Leer de spelers de gedragsregels.
  27. Bij jeugdteams is er altijd toezicht in de kleedkamer!

    6. Gedragsregels Sociale Media

    Het is van belang te beseffen dat berichten op sociale media (soms onbewust) de goede naam van de vereniging, betrokken leden en vrijwilligers ook kunnen schaden.

    • –  Op sociale media ga je op een sociale manier met elkaar om, dus met respect.
    • –  Op sociale media praat je wel MET elkaar en niet OVER elkaar.
    • –  Je zet alleen berichten op sociale media als die de ander of de vereniging niet schaden. Jeschrijft je berichten dus erg zorgvuldig.
    • –  Sociale media gebruik je tijdens de training of wedstrijd niet.
    • –  Heb je iets in vertrouwen gehoord over een ander of iets dat een ander kan schaden, dan deelje dat niet met anderen via sociale media.Amsterdam Tigers accepteert niet dat sociale media gebruikt worden om anderen te pesten, te kwetsen, te stalken, te bedreigen, zwart te maken of op een andere manier te beschadigen.Het niet naleven van deze gedragsregels kan leiden tot sancties, zoals schorsing of evt. royement van het betreffende lid.